Geachte commissieleden,
Inleiding
Het is nu een half jaar na de uitbraak van de coronacrisis. Inmiddels is duidelijk dat corona ook verstrekkende gevolgen heeft voor de economie. Veel Amsterdammers worden hard geraakt door de crisis, met name ondernemers, werknemers met flexibele contracten en jongvolwassenen. Mensen die inkomen hebben verloren maken zich zorgen: kan ik mijn rekeningen nog wel betalen, kom ik nog wel rond? Onderzoeksinstituten en planbureaus waarschuwen voor de boeggolf aan schulden die onderweg is en over een toename van kansenongelijkheid. Deze crisis raakt ons allemaal, maar in het bijzonder huishoudens die al kwetsbaar waren. De gevolgen blijven niet beperkt tot de huishoudportemonnee, maar werken door op de gezondheid van mensen en de onderwijskansen van hun kinderen.
Met de Amsterdamse Agenda Armoede en Schulden 2019-2022 en het Plan van Aanpak Werkende Minima hebben we de ambities neergezet voor de komende jaren. Deze staan onverminderd overeind. Amsterdammers kunnen in deze crisistijd rekenen op een ruimhartige schuldhulpverlening. Door de coronacrisis is er momentum ontstaan om de bestaande aanpak te versnellen. Om straks aan meer hulpvragen te kunnen voldoen zullen we nog effectiever en efficiënter moeten werken. Bovendien willen we Amsterdammers met financiële problemen eerder helpen. De vorige economische crisis leert ons dat mensen té lang wachten voordat zij hulp zoeken: gemiddeld 5 jaar! (1)
Om mensen met schulden eerder en sneller te kunnen helpen, werken we onder de noemer ‘schuldenrust’ aan een set van maatregelen. Het doel is het creëren van perspectief op een schuldenvrije toekomst. Het wegnemen van schulden is onder meer een belangrijke randvoorwaarde voor een succesvolle re-integratie op de arbeidsmarkt.
Schuldenrust is geen op zichzelf staande maatregel, maar een brede aanpak waaronder diverse instrumenten vallen. Het betreft een gezamenlijke aanpak van de gemeente met schuldeisers en andere partners, zoals de maatschappelijk dienstverleners (MaDi’s). In deze brief ga ik in op de maatregelen die we nemen om schuldenrust te creëren voor Amsterdammers met schulden. Dit is tevens een reactie op de toezegging aan het raadslid De Fockert (GroenLinks) om de commissie te informeren over schuldenrust (TA2019-00163).
De aanpak schuldenrust bestaat uit drie pijlers met als belangrijkste onderdelen:
1. Schulden voorkomen:
- Intensiveren Amsterdamse aanpak vroegsignalering
2. Schulden klein houden:
- De pilot pauzeknop
- Renteloze sociale lening voor kleine schulden
3. Schulden sneller oplossen:
- Schuldhulpverleningstraject versnellen: doorontwikkelen collectief schuldregelen
- Uitbreiding schuldhulpverlening aan ondernemers
1. Schulden voorkomen: intensiveren Amsterdamse aanpak vroegsignalering
Zoals hierboven genoemd, wachten mensen met betalingsproblemen gemiddeld genomen 5 jaar voordat zij aankloppen bij schuldhulpverlening. Het gevolg is dat het aantal schuldeisers en de gemiddelde schuld dan al tot grote proporties zijn gestegen: de gemiddelde schuld is dan € 39.000 bij 14 schuldeisers! Deze hoge gemiddelde schuld is op vele manieren problematisch. Voor de schuldenaar levert de stapeling van schulden stress op, waardoor hij het overzicht kwijt raakt en in een negatieve spiraal belandt van openstaande vorderingen en oplopende rentekosten. De maatschappelijke kosten zijn ook hoog: hoe hoger een schuld, hoe complexer en duurder de oplossing. De schulden trekken een zware wissel op het huishouden: zowel de fysieke als mentale gezondheid wordt geraakt.
De aanpak vroegsignalering is de afgelopen periode doorontwikkeld, waardoor we een gunstigere uitgangspositie hebben dan in de vorige economische crisis. De aanpak vroegsignalering bestaat uit een aantal componenten: de Vroeg Eropaf methode waarin wemet convenantpartners afspraken maken over het melden van betalingsachterstanden. Op basis van deze meldingen zoeken de maatschappelijk dienstverleners contact met de Amsterdammer. Het aantal convenantpartners is de afgelopen jaren uitgebreid. Momenteel hebben we met ruim 24 schuldeisers afspraken, waarvan het overgrote deel vaste lastenpartijen zijn. Hierdoor vergroten we ook de bestaanszekerheid van Amsterdammers. Met woningcorporaties, zorgverzekeraars, energiemaatschappijen, Waternet, Belastingen Amsterdam, CAK, UWV, SVB, CJIB, Belastingdienst hebben we convenanten afgesloten.(2)
De aanpak vroegsignalering richt zich verder op het voorkomen van schulden bij bijstandsgerechtigden, door het inzetten van een driegesprek tussen klant, klantmanager en schuldhulpverlener, zodra er een melding komt van bijvoorbeeld een bankbeslag of via Vroeg Eropaf.
Daarnaast is het aantal financiële inloopspreekuren in de stad sterk uitgebreid: momenteel zijn er ruim 60 locaties in de stad waar mensen bij sociale raadslieden terecht kunnen voor hulp bij financiële vragen. De toegang tot de schuldhulpverlening is zodoende laagdrempeliger geworden. Het resultaat van de jarenlange inspanning op vroegsignalering zien we ook terug in de cijfers. De gemiddelde schuld in Amsterdam is met € 26.000 significant lager is dan het landelijk gemiddelde van € 39.000 (3). We krijgen steeds meer Amsterdammers met problematische betalingsachterstanden eerder in beeld, waardoor we een verschuiving zien naar preventie.
Tegelijkertijd betekent de coronacrisis dat we extra waakzaam moeten zijn om deze positieve trend vast te houden. Het risico is dat door de sterke toename van de werkloosheid de schuldenproblematiek weer kan gaan stijgen. De vroegsignalering is de eerste plek in het proces waar we de gevolgen van de coronacrisis voor Amsterdammers merken. Het college houdt daarom vanaf het begin van de crisis nauw contact met onze samenwerkingspartners. In uw commissie van 26 augustus jongstleden bent u geïnformeerd over het corona-offensief vroegsignalering. Het college stelt € 1,2 miljoen beschikbaar om de aanpak vroegsignalering te intensiveren. Het doel is om te voorkomen dat de coronacrisis leidt tot oplopende financiële problemen en een escalatie daarvan. Hieronder enkele maatregelen uit het corona-offensief vroegsignalering:
- Het wordt voor woningcorporaties mogelijk om huurders die voorheen op tijd betaalden, maar nu in de problemen komen, bij 1 maand achterstand te melden (was 2 maanden).
- Voor zorgverzekeraars wordt de aanmelding van nieuwe betalingsachterstanden vervroegd naar 2 maanden (was 3 maanden).
- We verhogen het bereik: de inzet gaat door tot de Amsterdammer bereikt is en/of er eenregeling is getroffen met de melder;
- Voor de groep die getroffen wordt door de coronacrisis bieden samenwerkende partijen maatwerk en coulance.
2. Schulden klein houden
Niet alle schuldenaren worden gevonden via de aanpak vroegsignalering. Huishoudens met een bijstandsuitkering zijn goed in beeld. Een deel van de werkenden weten we ook via de aanpak vroegsignalering te bereiken, maar een belangrijk aandeel niet. Het bereik van werkenden is al jaren een probleem waar bijna alle gemeenten mee te maken hebben. Een bijvangst van de Tozo-regelingen is dat we nu een groot aandeel werkenden in beeld krijgen, waarvan een deel mogelijk schuldhulpverlening nodig heeft.
De vraag blijft echter relevant hoe het komt dat zo lang wachten met het zoeken van hulp? Het Nibud heeft hier onderzoek naar gedaan en noemt de volgende oorzaken (4). Allereerst schaamte, dit blijft een belangrijke oorzaak, maar speelt door de corona-crisis mogelijk een kleinere rol, omdat een groot deel van de Nederlanders wordt geraakt door deze crisis. Ten tweede: onderschatting van het probleem en onvoldoende urgentiebesef. Ten derde blijkt dat mensen met een eigen huis, jongeren en werkenden minder goed op de hoogte zijn van de hulpmogelijkheden in hun gemeente, omdat zij minder contact hebben met hulpverleningsorganisaties. Verkeerde opvattingen ten slotte weerhouden mensen ervan hulp te zoeken. Het beeld dat je jarenlang ‘op een houtje moet bijten’ en alle autonomie verliest, is een beeld dat nog steeds aan de schuldhulpverlening kleeft.
Op een aantal van deze oorzaken spelen we al in. Zo hebben we een voortdurende online campagne op social media om mensen te informeren over de mogelijkheden die de schuldhulpverlening biedt. Op de website “hulp bij geldproblemen tijdens de coronacrisis” kunnen Amsterdammers in een oogopslag zien welke hulp wij bieden. Begin dit jaar zijn we ook gestart met de aanpak Jongeren Schuldenvrije Start met als doel meer jongeren met schulden te bereiken en hen ook eerder perspectief te geven op een schuldenvrij bestaan. In het najaar starten we met een aantal schuldeisers met de pilot pauzeknop. Het doel is Amsterdammers verleiden om eerder hulp te zoeken.
2.1 De pauzeknop
Schuldenaren geven vaak aan dat het bericht van de gemeentelijke Kredietbank dat de schuldeisers akkoord zijn met een minnelijke schuldregeling een keerpunt is geweest in hun leven. Er valt een grote last van de schouders en hoewel de schuldenaar nog steeds één schuldeiser overhoudt, de Kredietbank, wordt het afbetalen van de resterende schuld in 36 maanden niet als problematisch ervaren. Dit zien wij ook terug in de cijfers: het overgrote deel van de schuldenaren voldoet het saneringskrediet aan de Kredietbank.
De grote hobbels zitten met name in de intake- en stabilisatiefase; het duurt gemiddeld genomen 1 tot 1,5 jaar voordat het dossier gereed is voor het aanvragen van een schuldregeling bij de gemeentelijke Kredietbank. Hier valt wat ons betreft winst te behalen. Het grote aantal schuldeisers waarmee schuldenaren te maken hebben, betekent voor de schuldhulpverlener dat hij veel tijd kwijt is aan afstemming, administratie en het regelen van betalingsregelingen. Tijd die ten koste gaat van begeleiding en het risico op uitval vergroot. De stapeling van boetes betekent een verdere escalatie van het schuldenprobleem en is daarmee stressverhogend, terwijl cijfers van bijvoorbeeld het CJIB laten zien dat maar een klein deel van de debiteuren na een tweede aanmaning de vordering alsnog voldoet. Mensen die wel willen betalen, maar dit simpelweg niet kunnen omdat er te weinig inkomen is, moeten kunnen rekenen op hulp. Helaas zien we nog te vaak dat het invorderingsproces wordt gecontinueerd met verstrekkende gevolgen. Daarom starten we in het najaar met de pilot pauzeknop.
Het doel van de pauzeknop is om oplopende (incasso)kosten en boetes te stoppen op het moment dat een Amsterdammer de stap zet naar de schuldhulpverlening. De pauzeknop is het verlenen van uitstel van betaling door schuldeisers. Tijdens de inzet van de pauzeknop worden geen (nieuwe) incasso- en invorderingskosten opgelegd. De schuld loopt daarmee niet op, zoals nu wel vaak het geval is in de stabilisatiefase. Er ontstaat daarmee een adempauze om orde op zaken te stellen en te werken aan een oplossing. De pauzeknop is bedoeld voor mensen die door schulden of hun huidige inkomenssituatie een vordering niet kunnen betalen, en bij wie ook geen uitzicht bestaat op betaling op korte termijn. De openstaande vordering wordt na de pauzeknop (in termijnen) betaald, of gaat afhankelijk van de individuele situatie mee in een schuldregeling. De voorwaarde is dat er schuldhulpverlening wordt geaccepteerd.
Met de pauzeknop snijdt het mes aan twee kanten: voor zowel de schuldenaar als de schuldeiser. Incassokosten lopen niet langer op waardoor de schuld klein wordt gehouden. Met de pauzeknop valt een hoop stress weg bij de schuldenaar, waardoor rust ontstaat om samen met een hulpverlener schulden op te lossen. Ook ontstaat ruimte voor nieuw perspectief, in de vorm van werk of een opleiding. Een ander voordeel van de pauzeknop is dat deze een stimulans vormt voor mensen om hulp te zoeken, omdat ze een positief effect merken: de aanmelding bij de schulpverlening loont direct. Deze stimulans is nodig, want mensen wachten nog steeds gemiddeld vijf jaar om de stap naar hulp te zetten. Schulden zijn dan vaak al hoog opgelopen. Er is ons daarom veel aan gelegen om mensen in een vroeger stadium te helpen. Voor de schuldeiser betekent de pauzeknop dat er incassokosten worden bespaard en de begeleiding die als voorwaarde geldt, verkleint ook de kans op recidive in de toekomst.
In het voorjaar heb ik een ambtswoninggesprek belegd met private en publieke schuldeisers en andere partners, zoals de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over schuldenrust in brede zin en de pauzeknop in het bijzonder. De deelnemers onderschrijven het belang van schuldenrust en zijn bereid hieraan meete werken voor zover mogelijk vanuit hun organisatie. De ene partij kan daarin verder gaan dan de andere. Uit het gesprek kwam verder naar voren dat veel partners de wens hebben om landelijk aan de slag te gaan, aangezien hun werkgebied zich niet beperkt tot Amsterdam. In het najaar is een vervolggesprek gepland met een grotere groep schuldeisers en partners. Voor deze bijeenkomst worden bijvoorbeeld ook de maatschappelijk dienstverleners in Amsterdam uitgenodigd. Het doel is om te komen tot concretere afspraken over het realiseren van schuldenrust en de pauzeknop. Aan de pilot pauzeknop die dit najaar start, gaat een aantal schuldeisers deelnemen, waaronder de gemeente Amsterdam.
In de pilot testen we het instrument. Hoe lang moet de pauze duren? Hoe organiseren we de communicatie tussen schuldeiser en schuldhulpverlener zo efficiënt mogelijk? Dit type vragen staat centraal. Parallel aan de pilot brengen we noodstopvoorzieningen die andere schuldeisers inzetten in kaart. Het CJIB is in april jongstleden gestart met een noodstopprocedure. De pauzeknop die we in Amsterdam ontwikkelen lijkt op de noodstopprocedure van het CJIB. Het verschil is dat wij de Amsterdamse pauzeknop nog sterker willen verankeren binnen de schuldhulpverlening door de schuldhulpverlener de mogelijkheid te bieden om de pauzeknop direct in te zetten voor de Amsterdammer als deze zich meldt. Op die manier zorgen we ervoor dat het aantrekkelijker wordt voor de schuldenaar om hulp te zoeken. De stip op de horizon is dat de schuldhulpverlening hiermee een nieuw instrument in handen krijgt om escalatie van schulden te voorkomen en daarmee de schulden klein te houden. Doordat schulden sneller gestabiliseerd kunnen worden, ontstaat er meer rust en ruimte om te werken aan begeleiding van de schuldenaar. Daar zijn we echter nog niet.
Veel schuldeisers werken al met uitstel van betaling, maar iedereen op zijn eigen wijze. We willen deze werkwijzen zo veel mogelijk harmoniseren en onderbrengen onder één pauzeknop en zodoende toewerken naar een gestandaardiseerde inzet van de pauzeknop waar schuldhulpverleners van gebruik kunnen maken. Daarvoor werk ik nauw samen met partners als de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid volgt onze pilot in het kader van het onderzoek naar een mogelijke verbreding van de pauzeknop naar alle overheidsschuldeisers. De pauzeknop kan alleen succesvol zijn als zoveel mogelijk schuldeisers zich aansluiten en deze ook schaalbaar is. Schuldeisers willen niet met elke gemeente individuele afspraken maken. Mensen met geldproblemen hebben er ook pas echt iets aan als schuldeisers tegelijk en op uniforme wijze een rustperiode kunnen bieden.
Het schuldenknooppunt biedt een kans om de pauzeknop ook op te schalen. Het schuldenknoopunt is een centrale ICT voorziening die in opdracht van de NVVK wordt ontwikkeld waarmee hulpverleners en schuldeisers sneller met elkaar kunnen communiceren. Op dit moment gaat er nog té veel tijd verloren aan afstemming via brieven, e-mail en is de werkwijze vaak niet goed op elkaar afgestemd. Met het schuldenknooppunt moeten deze inefficiënties tot het verleden behoren, waardoor schuldenaren effectiever en efficiënter worden geholpen bij hun schulden. Het schuldenknooppunt biedt de infrastructuur waar op termijn een pauzeknop in geïntegreerd zou kunnen worden waarmee met een druk op de knop een schuldhulpverlener een tijdelijke opschorting van de openstaande vorderingen kan aanvragen.
2.2 Renteloze sociale lening
Een misvatting is dat de schuldhulpverlening alleen toegankelijk is voor mensen met problematische schulden. Dat is niet het geval. Ook Amsterdammers met een kleine schuld die niet groot genoeg is voor een saneringskrediet kunnen in aanmerking komen voor hulp. De sociale lening kan in dit geval een uitkomst bieden. De sociale lening valt onder het sociale krediet en wordt door kredietbanken in Nederland verstrekt aan veelal inwoners met een laag inkomen die niet bij banken terecht kunnen maar wel een krediet nodig hebben. De huidige sociale lening in Amsterdam is een sociaal krediet dat in de meeste gevallen wordt aangevraagd voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen (vervangen kapot witgoed). In ongeveer 13% van de gevallen wordt de lening aangevraagd om kleine betalingsachterstanden op te lossen. De rente is momenteel 3% voor klanten met een inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en 9% voor klanten met een inkomen hoger dan 130% van het WSM die bij de bank geen lening kunnen krijgen. Het overgrote deel van de klanten die de sociale lening aanvraagt heeft een inkomen onder de 120% van het WSM en betaalt 3% rente.
Zoals hierboven genoemd willen we schulden zoveel als mogelijk voorkomen dan wel klein houden. Naast de pauzeknop willen we daarom experimenteren met de inzet van een renteloze sociale lening voor het afkopen van kleine schulden die niet in aanmerking komen voor een saneringskrediet. Het gaat om kleine schulden tot € 5000. De sociale lening kan in de coronacrisis een uitweg bieden aan met name werkende minima die snel behoefte hebben aan extra liquiditeit om bijvoorbeeld financiële tegenvallers door teruglopende inkomsten op te vangen. Om mensen te verleiden sneller hulp te zoeken starten we eind dit jaar met de pilot ‘renteloze sociale lening’. We hanteren een rente van 0% voor de sociale lening voor het afkopen van kleine schulden tot € 5000. Het doel van de pilot is om te onderzoeken of we hiermee Amsterdammers met kleine schulden eerder weten te bereiken, waardoor we duurdere hulpverlening weten te voorkomen.
De Kredietbank onderhandelt met de schuldeisers en biedt deze aan om een percentage van de schulden direct te betalen tegen kwijtschelding van de resterende schuld. Bij kleine schulden gaat het meestal om 3 of 4 schuldeisers in tegenstelling tot problematische schulden, waarbij het gemiddeld om 14 schuldeisers gaat. De schuldenaar houdt alleen een schuld over bij de Kredietbank ter hoogte van het afkoopbedrag. Voor dat bedrag verleent de Kredietbank een sociale lening die de klant in drie jaar terug betaalt (een kortere looptijd is ook mogelijk). De schuldenaar houdt zo alleen de kredietbank over als schuldeiser.
Het voordeel voor de Amsterdammer is dat zij niet eerst het schuldhulpverleningstraject hoeven te doorlopen, waardoor het traject minder belastend en tijdrovend is. De voorwaarde is echter wel dat de schuld maximaal €5000 mag bedragen. Hierdoor ontstaat een prikkel om snel hulp te zoeken bij beginnende schulden. Een ander voordeel van de sociale lening ten opzichte van een sanering is dat deze op een andere manier geregistreerd wordt bij het Bureau Kredietregistratie (BKR) met minder ingrijpende gevolgen voor de mensen die het betreft. Ook voor schuldeisers is het instrument aantrekkelijk want een kleinere schuld betekent een lager risico van oninbare vorderingen.
3. Schulden sneller oplossen
Schulden sneller stabiliseren betekent dat een schuldregeling eerder in het verschiet komt, waardoor er ook sneller perspectief ontstaat. Schulden vormen een belangrijke belemmering op vele leefgebieden en raken daarmee het hele huishouden. De schulden die nu ontstaan door de coronacrisis moeten niet jarenlang gaan doorwerken. Het is van groot belang om schulden zo snel mogelijk op te lossen, zodat er na bijvoorbeeld baanverlies door de coronacrisis snel weer rust en ruimte ontstaat om te werken aan re-integratie op de arbeidsmarkt.
In het onlangs verschenen rapport “Minder schade door schuld” constateert de Argumentenfabriek dat de duur van de schuldafhandeling vaak te lang is en schulden door boetes en rentes gedurende de doorlooptijd vaak oplopen. (5) Het verkorten van het schuldhulpverleningstraject is een van de doelen van schuldenrust. Daarvoor zijn we ook afhankelijk van het Rijk. Op dit moment is het zo dat er nog te vaak een dwangakkoord bij de rechter moet worden aangevraagd, omdat een enkele schuldeiser weigert mee te werken of niet reageert op een minnelijke schuldregeling waardoor het traject nodeloos wordt vertraagd. De aanbeveling van de Argumentenfabriek om een minnelijke schuldregeling automatisch verbindend te verklaren als tweederde van de schuldeisers akkoord is onderschrijven wij dan ook.
De schuldafhandeling in het kort.
Voordat we ingaan op het collectief schuldregelen volgt hieronder eerst een korte beschrijving van het proces van schuldafhandeling. De schuldhulpverlener doet een aanvraag voor een sanering bij de Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam zodra er een beeld is van de totale schuld en schuldeisers, en zodra de schuldenaar ook hiervoor klaar is. Bij een schuldregeling bemiddelt de Kredietbank tussen de klant en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. In Amsterdam werken we al jaren met het saneringskrediet. Dit is het te verstrekken krediet om de schulden van de klant geheel of gedeeltelijk te voldoen. De Kredietbank berekent de afloscapaciteit en doet een voorstel aan schuldeisers. Bij akkoord heeft de klant nog één schuldeiser: de Kredietbank. Andere schuldeisers worden met het krediet afgekocht en/of schelden deels kwijt. Na aflossing van het saneringskrediet is de klant schuldenvrij.
3.1 Collectief schuldregelen
De Kredietbank Amsterdam heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in samenwerking met schuldeisers teneinde het schuldhulptraject te versnellen. Het maken van afspraken met individuele schuldeisers is een tijdrovend en administratief bewerkelijk proces en daarmee ook duur. Daarom heeft de Kredietbank Amsterdam de afgelopen jaren met diverse schuldeisers afspraken gemaakt om de schuldafhandeling te versnellen. In plaats van een individuele benadering krijgen aangesloten schuldeisers periodiek een overzicht van de cliënten in de schuldhulpverlening. De schuldeisers gaan vervolgens bij voorbaat akkoord met een afkoopvoorstel van de Kredietbank. Op die manier kost het veel minder tijd om tot een overeenkomst te komen en te starten met een sanering. De samenwerking is gebaseerd op het vertrouwen dat de gemeente zich committeert aan de begeleiding. De behandeling van een aanvraag voor een schuldregeling duurde in 2018 nog 129 dagen en zal door de succesvolle samenwerking waarschijnlijk dit jaar verder dalen naar 80 dagen.
Deze methode van schuldafhandeling staat inmiddels bekend als collectief schuldregelen. De afgelopen jaren is het aantal schuldeisers dat zich heeft aangesloten bij het collectief schuldregelen flink gegroeid: in 2018 hadden we met 20 schuldeisers afspraken, inmiddels zijn dat er ruim 40. (6) Het goede nieuws is dat sinds kort ook de grote overheidsschuldeisers zijn aangesloten op het collectief schuldregelen: de Rijksbelastingdienst, UWV en SVB. We verwachten door toetreding van de overheidsschuldeisers een verdere daling van de doorlooptijden bij de Kredietbank, want de overheid is de grootste schuldeiser. Met name de aansluiting van de Rijksbelastingdienst op het collectief schuldregelen is voor de schuldenaar goed nieuws want deze schuldeiser zit in zo’n 70% van de schuldpakketten. Voor de schuldenaar betekent dit sneller perspectief op een schuldregeling. Voor de schuldeiser en gemeente betekent het een verlaging van de uitvoeringslasten en administratieve kosten.
Het collectief schuldregelen is een succesvol beproefde methode wat met hulp van SchuldenlabNL momenteel landelijk wordt uitgerold. Schuldenlab NL is een onafhankelijke stichting onder voorzitterschap van voormalig minister Gerrit Zalm en is gericht op het opschalen van bewezen effectieve interventies zoals collectief schuldregelen en het ondersteunen van gemeenten bij het opzetten van lokale schuldenlabs. (7) Hare Majesteit Koningin Maxima heeft zich ook gecommitteerd aan Schuldenlab NL. Schuldenlab NL heeft de gemeente Amsterdam gevraagd trekker te worden van het collectief schuldregelen en mee te helpen bij de opschaling en doorontwikkeling van collectief schuldregelen. Samen met de NVVK en de gemeente Den Haag (Schuldenlab 070) werken we aan de uitbreiding van het aantal schuldeisers. De komende periode wordt er verder uitwerking gegeven aan het trekkerschap van de gemeente Amsterdam.
3.2 Uitbreiding schuldhulpverlening aan ondernemers
Maar liefst 42.000 Amsterdamse ondernemers hebben zich in korte tijd gemeld voor de Tozo-regelingen. Momenteel doen we onderzoek naar deze groep. Veel ondernemers, onder wie zzp’ers, gaan een zware tijd tegemoet en de verwachting is dat de vraag naar schuldhulpverlening onder deze groep toeneemt. Het college heeft afspraken gemaakt met twee gespecialiseerde schuldhulpbureaus en de ondersteuning aan ondernemers vanuit de gemeente uitgebreid met vijf medewerkers. Verder is met de maatschappelijk dienstverleners afgesproken dat elk schuldhulploket in de stad twee gespecialiseerde medewerkers heeft voor ondernemers. Ook gaan we vroegtijdig en proactief (ex-)Tozo-ontvangers benaderen over de mogelijkheden van financieel advies en schuldhulp. Hiermee willen we de groei van het aantal ondernemers dat behoefte zal hebben aan schuldhulpverlening opvangen. We blijven de situatie uiteraard goed monitoren om te bekijken of dit voldoende is.
Tot slot
We staan de komende periode voor een grote opgave. De toename van de schuldenproblematiek betekent dat de druk op de schuldhulpverlening zal toenemen. Amsterdammers kunnen rekenen op een ruimhartige schuldenaanpak. Hoe eerder uit de schulden, hoe sneller er perspectief ontstaat voor het hele huishoudens. De komende periode werken we samen met onze partners aan het verder verbeteren van de schuldhulpverlening, zodat we straks de groei kunnen opvangen en meer mensen sneller en nog beter kunnen helpen aan een schuldenvrije toekomst.
Ik beschouw hiermee de toezegging ‘informeren van de commissie over schuldenrust (TA2019-00163) als afgedaan.
Met vriendelijke groet,
Marjolein Moorman
Wethouder Onderwijs, Armoede en inburgering